De media staan vol met verhalen over wat er is gebeurd met de aandelenmarkt, algemene banencreatie en andere economische maatregelen sinds het begin van het millennium. Maar weinig van deze aandacht is besteed aan ondernemersactiviteiten. Dus ik dacht dat ik een paar cijfers zou samenvatten over wat er gebeurde met werken als zelfstandige van 2000 tot 2008.
Over het algemeen is de groei van het aantal zelfstandigen plat. Uit de gegevens van het Bureau of Labor Statistics (BLS) blijkt dat het totale aantal niet-agrarische zelfstandigen tussen 2000 en 2008 slechts 0,2 procent is gestegen, minder dan de groei van de beroepsbevolking.
$config[code] not foundDe algemene groei van het aantal zelfstandigen maskeert echter de verschillen in de goederen- en dienstensector van de economie. Van 2000 tot 2008 kromp de werkgelegenheid voor zelfstandigen 2,6 procent in de goederensector, maar groeide 1,1 procent in de dienstensector (particuliere huishoudens en de overheid zijn van deze berekening uitgesloten).
Zelfs als we de goederen- en dienstensector met elkaar vergelijken, is er binnen bedrijven veel variatie in wat er is gebeurd met werken als zelfstandige. In de onderstaande tabel heb ik de procentuele verandering in het aantal zelfstandigen in verschillende industriesectoren samengevat.
De verschillen tussen bedrijfstakken zijn aanzienlijk. Zo daalde het aantal mensen dat voor zichzelf in de groothandel werkt tussen 2000 en 2008 met 15,3 procent, maar het aantal zelfstandigen in zowel onderwijs als mijnbouw steeg met 29,3 procent.
Kortom, van 2000 tot 2008 groeide het aantal zelfstandigen licht en hield de toename van de beroepsbevolking niet bij. Het aantal mensen dat voor zichzelf werkte, steeg in het dienstverle- nende deel van de economie, maar daalde in het goederenproducerende gedeelte. Het aantal zelfstandigen groeide in sommige industriesectoren, maar kromp in andere sectoren. De groeipercentages waren het hoogst in mijnbouw- en onderwijsdiensten en het laagst in de landbouw en de groothandel.