Personenliften en goederenliften worden aangedreven door elektriciteit of door een hydraulische pomp. Omdat ze worden gebruikt om mensen te vervoeren, moeten liften strikt worden onderhouden en in goede staat verkeren. Het onderhoud van de lift moet ten minste om de zes maanden door gecertificeerd personeel worden uitgevoerd. Een checklist voor het onderhoud van een lift moet uitgebreid zijn en de liftkooi, de operationele machines en het bekabelingssysteem omvatten.
$config[code] not foundAuto-interieur
Een van de eerste items om te inspecteren op een checklist voor liftonderhoud zijn de deuren. De deuren moeten soepel en met gepaste kracht worden geopend en gesloten. Bovendien moet de knop "Stop Elevator" volledig functioneel zijn. De lift moet nauwkeurig stoppen op elk van de verdiepingen. Interne verlichting moet worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Bovendien moet de knop "Nooduitgang" worden gecontroleerd en operationeel zijn. Als de lift is uitgerust met een noodtelefoonlijn, moet ook worden gecontroleerd of deze snel verbinding maakt met de lokale brandweer of de 911-operator.
Machine kamer
Het tweede deel van de checklist voor het onderhoud van de lift moet gericht zijn op de machinekamer. Het is belangrijk dat er voldoende toegang is tot de kamer en dat er geen apparatuur is die voldoende vrije ruimte in het gebied heeft. De verlichting moet worden gecontroleerd en eventuele lichten moeten indien nodig worden vervangen. Bovendien moet de machinekamer goed worden verwarmd en geventileerd en zijn uitgerust met brandblussers. De stopschakelaar en het bedieningspaneel moeten worden getest. De elektromotor of hydraulische pomp moet ook worden getest.
Plafond en dak van auto
De mechanische uitrusting op de bovenkant van de auto moet worden geïnspecteerd, inclusief de bedrading en leidingen. De bovenste nooduitgang in het interieur van de auto moet worden gecontroleerd op juiste binnendringen en uittreden, en lichten moeten worden gecontroleerd om te zorgen voor een goede werking. Bovendien moeten de stopvoorzieningen aan de bovenkant van de auto worden getest.
Takelweg en put
De liftdeur en liftparkeersystemen moeten worden getest. Ook de nooddeuren op takelweg moeten worden getest. De put moet worden geïnspecteerd op juiste toegang, verlichting en vrije ruimte. De kabels, eindaansluitingen en andere machines moeten worden getest. Het frame en het platform van de auto worden ook onderzocht.