Typen lijnen in technische tekening

Inhoudsopgave:

Anonim

Lijntypen die in technische tekening worden gebruikt, worden voor verschillende doeleinden gebruikt om specifieke informatie te geven aan de mensen die naar de tekening kijken. Het opstellen van studenten of degene die de tekeningen lezen, moet leren wat ze betekenen, net zoals iemand een nieuwe taal leert. Het is een basisvoorwaarde en al vroeg geleerd in het opstellen van instructies.

Objectlijn

$config[code] not found Mario Zavala / Demand Media

Objectlijnen zijn stevige zware lijnen,.7 mm tot.9 mm. Deze lijnen bepalen de vorm van het afgebeelde object en vormen de buitenste contouren van het object. Een ronde balk wordt weergegeven als een cirkel in een weergave en een rechthoek in de andere. Beide zouden getekend worden met objectlijnen.

Middellijn

Mario Zavala / Demand Media

Een middellijn is een 0,3 mm tot 0,5 mm lijn die wisselt tussen korte en lange streepjes. Het wordt gebruikt om een ​​gat te identificeren zoals getoond vanaf de zijkant. Als er een gat in een plaat lag, zou de middellijn het midden in de weergave lokaliseren waar de functie niet wordt weergegeven.

Verborgen lijn

Mario Zavala / Demand Media

Een verborgen lijn is een stippellijn van 0,3 mm tot 0,5 mm. Het toont functies, zoals gaten, in een weergave waarin ze zich niet bevinden. De functie wordt weergegeven in een andere weergave van de tekening.

Breuklijn

Mario Zavala / Demand Media

Een onderbrekingslijn is een.3 mm tot.5 mm of.7 mm tot.9 mm lijn met "Z" breuken, voor een plat voorwerp en "S" breekt voor een rond voorwerp. Deze worden gebruikt om aan te geven dat een deel van het onderdeel niet wordt weergegeven. Het gebied dat is weggelaten heeft geen functies die uniek zijn maar wel hetzelfde zijn als wat wordt weergegeven. Een voorbeeld is een staaf die aan beide uiteinden is voorzien van schroefdraad. Breeklijnen zouden worden gebruikt om de sectie tussen de delen met schroefdraad te elimineren om het voorwerp in te korten.

Sectielijn

Een doorsnedelijn is een lijn van 0,7 mm tot 0,9 mm, getekend met hoeken, normaal gesproken 45, 30 of 60 graden, om een ​​functie duidelijker weer te geven. De snijvlaklijn is een gestippelde lijn van 0,5 mm met pijlen aan het uiteinde om aan te geven waar het door het materiaal snijdt.